Verschillende ontgravings- en infiltratietechnieken

Roel Velderman werkt als Junior Bodemadviseur bij Greenhouse Advies en volgt daarnaast de deeltijdopleiding  (Land & Watermanagement) aan de Hogeschool van Larenstein. Nu werkt hij op een project in Diepenheim waar een groot gedeelte van een berm gesaneerd moet worden.

Roel: ”Dit is een interessante sanering van acht weken,  wat vrij lang is voor een sanering. We zijn hier de berm aan beide kanten van de weg  op asbest aan het saneren. Verderop zit de Eternit Fabriek, daar werd vroeger asbest verwerkt. Alle afgekeurde producten konden door lokale boeren en burgers bij de fabriek opgehaald worden om bijvoorbeeld onverharde wegen mee te verharden. Nu moet er glasvezel in de grond komen, dus moeten we de grond opschonen. Dit is een sanering conform de BUS, Besluit Uniforme Sanering. Je hebt saneringen via een saneringsplan die moeten aan bepaalde eisen voldoen en beschreven staan in het plan. Een BUS melding, dat is een standaard formulier wat ingevuld moet worden, zoals: omvang van de verontreiniging, zoveel dagen gaat het duren en zoveel kost het. Dat moet ook zo uitgevoerd worden, als er zich een wijziging  voordoet, dan moet je een wijziging indienen. Die wijziging gaat naar het bevoegd gezag.  Daar moet je wel rekening mee houden in je planning.”

Van uitzetten van ontgravingsprofielen tot uitvoeren van eindcontrole

Op het project is Roel milieukundig begeleider. Roel: “Hier is de ontgraving aangegeven op tekening en kan  tot de kadastrale grens lopen. Ik kijk eerst tot welke diepte we moeten saneren en zet dan een ontgravingsprofiel uit die de hydraulische graafmachine hanteert.  In de bermen zit hechtgebonden én niet hechtgebonden asbest. Als we tijdens het ontgraven niet hechtgebonden asbest aantreffen, pure vezels, dan schalen we op qua veiligheid.  Wij moeten dan  de ontgraven grond  in een aparte bak laden en adembescherming gebruiken. Op dit project is, in overleg met de opdrachtgever (Projectbureau BAS), er voor gekozen om monsters te nemen vooruitlopend op de ontgraving. De gehalten in die monsters gaan naar de Hoger veiligheidskundige die ons adviseert welke voorzorgsmaatregelen wij moeten nemen. Daarvoor loop ik hier, om alles ontgravingstechnisch in de gaten te houden en de eindcontrole uit te voeren. Dit houdt in dat ik de bodem en wanden van de ontgraving uitkeur door het nemen van monsters,  zo tonen we aan dat de grond schoon  achtergelaten wordt.

Werkwijze

Roel: “Hier graven we een sleuf van een meter bij een meter zowel links als rechts van de weg tot ongeroerde grond.  Ongeroerde grond is tot waar de mens nog nooit heeft gegraven. Het mooiste is als we alles in een keer mee kunnen nemen, maar er is door de opdrachtgever besloten dat er bij bomenrijen niet gesaneerd mag worden i.v.m. het aantasten van de wortels en verzwakken van de bomen. Hier is bijgekomen dat er bij de bomen tussendoor ook nog monsters genomen moeten worden voor de vastlegging. Zo komt er gaandeweg het project steeds meer bij waar  je rekening mee moet houden.”

Interne en externe communicatie

Intern communiceert Roel alles naar Willem Post (projectleider bodemsanering), extern naar de opdrachtgever. Roel: ”Ook houd ik een logboek bij wat er elke dag is uitgevoerd, het aantal uitgegraven meters, afgegraven kuubs en hoeveelheden wat er is afgevoerd. De bakken met vervuilde grond gaan naar Wilp.  Als er asbestpulp wordt aangetroffen, wordt dit apart gezet en wordt het naar een geschikte verwerkingslocatie gezocht. Als alle grond uiteindelijk schoon is, geven we de grond vrij en kan de glasvezelpartij aan de slag.”

Tijdens het uitvoeren van bodemwerkzaamheden zijn de Milieutechnici vrij afhankelijk van het weer.

Roel: “Als er met adembescherming gewerkt moet worden, mag dat  tot vijf graden of meer. Onder de vijf graden is het officieel verboden om met adembescherming te werken, mits je verwarmingselementen gebruikt. Echter zijn die ook niet ideaal. Met adembescherming heb je een aanblaasmotor op de rug,  via dat motortje gaat de lucht door een slangetje naar je gezichtsmasker. Die lucht gaat met een aardige snelheid, als het koud is, wordt  je gezicht gevoelloos. Je mag dan maar maximaal twee uur met het masker op werken en dan moet je al weer één uur rust hebben.

Voor een normaal bodemonderzoek is het winterse weer al snel funest. Als het gevroren heeft, kunnen er emmers warm water gebuikt worden, dat kan helpen als de klinkers vastgevroren zitten. Als er te strenge vorst is en het niet lukt  om de bodem in te komen, is het vorstverlet. Vaak pakken wij dan werkzaamheden op kantoor op.  Met sneeuw is het ook lastig werken, soms kan je de locatie niet vinden.”

Verschillende ontgravings- en infiltratietechnieken

Roel: “Het mooiste project waar ik tot nu toe aan mee heb gewerkt binnen DAGNL was een project in Enschede waarbij we  allerlei extra verontreinigingen vonden. Het terrein was verontreinigd met olie, zware metalen en van alles en nog wat. Dan moet je verschillende ontgravingstechnieken en monsternames gebruiken. Gaandeweg kwamen we zelfs een olieput van  minstens tien meter diep tegen. Dat zijn leuke projecten, je vindt van alles en nog wat, wat het interessant maakt. Op het gebied van bodemonderzoek vind ik infiltratiemetingen mooi. Die voeren we veel uit voor Buro Hoogstraat en Buro Noord. Zij maken veel nieuwbouw- en rioleringsplannen, daarbij wordt het hemelwater afgekoppeld van het riool en  dan stroomt het hemelwater naar een  infiltratie-riool of kratten. Wij doen voor hen het voorwerk. Waar de kratten moeten komen, boren we gaten, bijvoorbeeld één boring tot twee meter min maaiveld, daar doen we een hooghoudt meting.